HANDHAVING
Bestuurskundige Paul Frissen:
‘DE OVERHEID IS GRIMMIG GEWORDEN’
Tekst Pien Heuts Beeld Jeannette Schols
De handhaving in de sociale zekerheid is onnodig hardvochtig en drukt uitkeringsgerechtigden vaak nóg verder in de financiële ellende, meent bestuurskundige Paul Frissen (67). Hij onderzocht het handhavingsbeleid van de overheid. ‘De toeslagenaffaire is een logische ontsporing van het handhavingsbeleid dat de politiek heeft opgetuigd.’
Is de handhaving in de sociale zekerheid doorgeschoten?
‘Handhaving is steeds meer fraudebestrijding geworden. Na fraude met WW-uitkeringen door Poolse en later Bulgaarse arbeidsmigranten was de roep vanuit de Tweede Kamer om een stengere aanpak groot. Bovendien is het een wettelijke verplichting om onterecht uitgekeerd geld terug te vorderen. De manier waarop wordt gehandhaafd kan echter dramatisch uitpakken voor kwetsbare burgers. Onbewuste fouten of per ongeluk onvolledige gegevens aanleveren, leiden meteen tot het stempel fraudeur. Terwijl het invullen van al die formulieren voor veel mensen gewoon heel ingewikkeld is. Ze doen hun best, maar als je zo lang in zo’n complex systeem zit, plus de stress van altijd geld tekort, is het niet raar dat je je niet altijd bewust bent van de informatieplicht en bijvoorbeeld vergeet door te geven dat je kind 21 wordt. Mensen kunnen fouten maken. Maar de sanctie die daarop volgt: invordering van veronderstelde onterechte betalingen met daarbovenop een forse boete, drukt mensen die het toch al moeilijk hebben alleen nog maar verder in de financiële problemen en de stress.’
Maar er moet toch controle zijn op misbruik?
‘Strenge handhaving kost meer dan het oplevert. Het gaat ook niet om het geld. Het gaat om de symboliek. Je kunt ook accepteren dat er fraude is; er zullen immers altijd schurken zijn, ook bij strenge handhaving. En die treft nu veel onschuldigen.’
In uw onderzoek ‘Tussen staat en menselijke maat’ noemt u de handhaving hardvochtig
‘Na de roep om felle fraudebestrijding vanuit de Kamer ging men bij intensieve opsporing algoritmen gebruiken. Als je je dan bij de aanvraag van een uitkering of toeslag meldt, pikt het systeem je eruit als je bijvoorbeeld een andere dan autochtone afkomst hebt of in een bepaald postcodegebied woont. Intensieve controle leidt tot vernedering en onmacht. Ik heb bezwaren tegen het gebruik van algoritmen. Ze criminaliseren burgers. In het strafrecht mag dat niet, in het zwakkere bestuursrecht wel. De toeslagenaffaire spreekt voor zich. Die ontsporing is een logische uitkomst van het handhavingsbeleid dat we hebben opgetuigd. Het is bewust politiek beleid om strenge wetgeving en technologie in te zetten tegen fraude in de sociale zekerheid. De Kamerleden die nu om maatwerk en de menselijke maat vragen, hebben daar een groot aandeel in gehad.’
Betekent die roep om de menselijke maat een kentering in het handhavingsbeleid?
‘Er is zeker sprake van een kentering. Plotseling sprak een groot deel van de politiek er schande van dat een bijstandsgerechtigde in 2020 bestraft werd omdat ze af en toe boodschappen van haar moeder kreeg. Gemeenten doen nu tijdelijke experimenten om achterdocht niet langer leidend te laten zijn bij de bejegening van bijstandsgerechtigden. Maar de oprechte wens burgers te helpen wordt onmogelijk gemaakt door de strenge Fraudewet, die sinds 2013 telkens is aangescherpt. Voorheen móchten gemeenten terugvorderen, nu hebben ze de verplichting om niet alleen terug te vorderen, maar ook een boete op te leggen na schending van de informatieplicht. Lik op stukbeleid heet dat. De FNV heeft in haar zwartboek ‘Boeten zonder schuld’ (pdf) talloze voorbeelden gegeven van dit hardvochtige beleid. Sociale zekerheid zou een solidair systeem moeten zijn waar niet de handhaving voorop staat, maar de uitvoering. Waarbij het gaat om wie recht heeft op een uitkering in plaats van wie niet. Sociale zekerheid zou over bestaansrecht moeten gaan. Veel mensen die minder goed voor zichzelf kunnen zorgen zijn afhankelijk van de overheid. Het strenge sanctiebeleid, vooral onder de Participatiewet, treft burgers onevenredig hard in hun bestaanszekerheid en leidt tot onzekerheid. De overheid is de laatste tien, twintig jaar, een stuk grimmiger geworden. Mensen met een laag inkomen hebben daar veel last van, zij moeten aan steeds meer voorwaarden voldoen. Dat begint nu door te dringen.’
Hoe zou het menselijker kunnen?
‘In het huidige systeem kan dat volgens mij niet. De staat organiseert de sociale zekerheid nu collectief. Dat betekent dat iedereen in principe gelijk wordt behandeld volgens de wet. Veel regels en controle dus. Terwijl geldende regels vaak niet aansluiten op de concrete situatie van uitkeringsgerechtigden. Maar als je die zogeheten menselijke maat of maatwerk wilt invoeren dan ontstaat rechtsongelijkheid. Dan mag je als bijstandsgerechtigde in Maastricht een gift houden, terwijl dat in Groningen wordt bestraft. Dat leidt tot willekeur.
Hoe kan het wel?
‘Ik denk dat de enige manier om meer maatwerk te kunnen bieden is de sociale zekerheid door maatschappelijke organisaties te laten uitvoeren, zoals de FNV. Den Haag gaat dit probleem namelijk niet oplossen. Tot 1997 werden socialezekerheidswetten, zoals de WAO, uitgevoerd door werkgevers en werknemers verenigd in bedrijfsverenigingen. Je zou arrangementen uit de Participatiewet en de WW ook aan de samenleving kunnen overlaten. Dan zou er weer meer solidariteit kunnen ontstaan, ook omdat je meer maatwerk kunt bieden. Een grotere rol van de vakbeweging vind ik een interessant perspectief waar ik binnenkort met Kitty Jong over door ga praten.’