VALS BESCHULDIGD
‘DE GEMEENTE HEEFT MIJN LEVEN KAPOT GEMAAKT’
Tekst Eva Prins Beeld Reyer Boxem
‘HET MAAKTE NIET UIT WAT IK ZEI, IN HUN OGEN WAS IK AL EEN FRAUDEUR’
AnneMarie van Krimpen (56) werd ten onrechte beschuldigd van fraude. Ze zat daardoor drie jaar zonder uitkering. 'Ik heb jaren in shock geleefd.'
Het verhaal van AnneMarie (56), alleenstaand moeder van drie dochters (nu 32, 21 en 20) begint in augustus 2014. Ze heeft dan twee jaar een bijstandsuitkering. Daarvoor had ze jarenlang een eigen hondentrimsalon, maar door reuma in handen en rug kan ze dit werk niet meer doen. Wel fokt ze nog af en toe met haar langharige Duitse Herders; ze heeft er op dat moment vijf. Dit heeft ze netjes aan de gemeente laten weten. Twee jaar lang hoort AnneMarie niets van haar gemeente. Tot juli 2014. Dan wordt ze per brief gesommeerd op gesprek te komen ‘met twee jaar aan bankafschriften.’ Een routinecontrole, denkt AnneMarie. Maar bij de sociale dienst ontdekt ze al snel dat het niet om een routinecontrole gaat.
Agressief verhoor
‘Ik werd met twee rechercheurs in een kamer gezet en de toon was gelijk heel agressief: beschuldigend en intimiderend’, vertelt ze. Op tafel liggen prints van haar website én de bankafschriften (zonder zijn toestemming, blijkt later) van een goede vriend van haar. De rechercheurs vallen over de aanschaf – door hem – van twee prepaid mobieltjes bij de Mediamarkt in Leeuwarden, 25 kilometer van AnneMarie’s huis, en 200 kilometer van zijn huis. ‘Dat waren verjaarscadeautjes voor mijn dochters’, zegt AnneMarie naar waarheid. Ze weet dan echter nog niet, wat ze later wel te horen zal krijgen: iemand heeft een melding over haar gedaan: ze zou frauderen met de verkoop van puppy’s én ze zou samenwonen. Met die vriend. AnneMarie: ‘Hij is getrouwd en woont dus 200 kilometer verderop.’ Ze geloven haar niet en weigeren hem of zijn vrouw te bellen.
Fraudescorekaart
Uiteindelijk zal het verhoor acht uur duren. AnneMarie: ‘Ze vallen over de gekste dingen, zoals een filmpje van mijn dochters op een paard. Dat kon ik toch nooit betalen? Dat paard was van mijn oudste dochter, die toen al lang op zichzelf woonde. Maar het maakte niet uit wat ik zei, in hun ogen was ik al een fraudeur.’ Pas vele jaren later zal ze horen en snappen dat haar gevoel hierin klopte: ze was al in beeld als potentieel fraudeur. Dit ‘dankzij’ het gebruik van de zogenoemde fraudescorekaart: ambtenaren vulden die in bij een aanvraag voor een bijstandsuitkering. Recent vulde AnneMarie ‘m zelf in op het FNV-meldpunt: ze komt extreem hoog uit. De risico-indicatoren? ‘Ik was ondernemer geweest – en dan ook nog met een hondentrimsalon. En gescheiden. Daar gaan blijkbaar alle alarmbellen van rinkelen.’

‘IN WELKE VRESELIJKE FILM WAS IK TERECHTGEKOMEN?’
Murw gebeukt
Maar dat weet AnneMarie tijdens dat verhoor allemaal nog niet. Na die slopende acht uur (‘Ik had nog geen glas water gekregen’) moet ze een verslag, of beter: een schuldbekentenis, ondertekenen. ‘Ik weigerde want de eerste zin luidde dat ik af zou zien van juridische bijstand. Daarop dreigden ze dat ze mijn dochters uit huis zouden halen en mijn uitkering zouden stoppen.’ Uiteindelijk halen ze de eerste zin weg en tekent AnneMarie onder zware druk alsnog. ‘Daarmee tekende ik eigenlijk mijn doodvonnis. Maar ik was zo murw gebeukt. En bang gemaakt.’ En de sociale dienst is blijkbaar nog niet tevreden, want twee dagen later staat een van de twee rechercheurs met een andere collega bij AnneMarie op de stoep. Binnen heft die collega gelijk dreigend zijn vuist, vertelt ze. Een van haar honden – een grote, 50 kilo zwaar – gaat daarop voor zijn bazinnetje staan. De rechercheurs schrikken en verlaten spoorslags het huis.
Politiecel
Als AnneMarie even later terugkomt van de winkel, wordt ze tot haar verbijstering klemgereden door een politieauto. Voor ze goed en wel doorheeft wat er gebeurt, wordt ze uit haar auto getrokken, geboeid en met gillende sirenes afgevoerd. ‘Ik was totaal in paniek, had geen idee wat er aan de hand was.’ Op het politiebureau belt ze die bewuste vriend, die direct aan het regelen slaat: oppas voor de meisjes (dan 11 en 13) en een advocaat. AnneMarie zit intussen in een cel en zal daar uiteindelijk 24 uur blijven. ‘Ik was zo verschrikkelijk bang’, vertelt ze. ‘Wat gebeurde hier? In welke vreselijke film was ik terechtgekomen?’ De twee sociaal rechercheurs blijken aangifte te hebben gedaan. AnneMarie: ‘Ik zou aanzet hebben gegeven tot aanvallen van gevaarlijke gevechtshonden.’ Maar mijn honden hadden niks gedaan, En ze zijn dan wel groot, maar ook heel lief.’
Geen uitkering meer
Drie weken later komt de volgende klap: haar uitkering is niet overgemaakt. “Die komt ook niet meer”, krijgt ze te horen als ze belt. “Je bent een fraudeur. Je hebt de inlichtingenplicht geschonden en je woont samen.” AnneMarie belt opnieuw, totaal in paniek, de advocaat, die gelijk bezwaar maakt en een nieuwe uitkeringsaanvraag de deur uit doet. Die wordt afgewezen. AnneMarie: ‘Dan kom je voor een commissie van de gemeente, die betaald wordt door de gemeente.’ Ze gaat in beroep. ‘Maar’, zegt ze, ‘het gaat om bestuursrecht en daar geldt een soort omgekeerde bewijslast: ik moest bewijzen dat ik niét had gefraudeerd.’ En ondertussen loopt de zaak van de rechercheurs tegen AnneMarie ook nog. Die levert haar een boete van duizend euro op. AnneMarie: ‘Terwijl ik al maanden geen uitkering had. Ik leefde op dat moment van de huurtoeslag, het kindgebonden budget, de kinderbijslag en een klein beetje kinderalimentatie. Bij elkaar nog geen 800 euro per maand.’
‘IK WIL MIJN NAAM GEZUIVERD HEBBEN’
Hoger beroep
En dat zal uiteindelijk drie jaar zo blijven, want AnneMarie verliest ook in hoger beroep en dan is het inmiddels al januari 2017. ‘Ik stond voor drie rechters en uiteindelijk zeiden ze: “U heeft niet gefraudeerd, maar wel de inlichtingenplicht geschonden”. Daarbij ging het dus om die twee mobieltjes – die had ik niet opgegeven. Het paardrijden, wat nergens op sloeg. En om de pups – maar daar had ik nooit iets aan verdiend.’ En ook dan krijgt ze haar uitkering nog niet terug. Dat duurt uiteindelijk nog een half jaar – en pas na inmenging van het gebiedsteam. En de vordering van ruim 27.000 euro die ze er in 2016 nog bij kreeg voor de ‘onterecht’ ontvangen uitkering over 2012 – 2014, blijft staan. Daarvoor wordt haar uitkering elke maand met 5 procent gekort. AnneMarie: ‘Ik moet 96 worden om ‘m helemaal te kunnen afbetalen.’
Impact
Haar verhaal lijkt op dat van de slachtoffers van het toeslagenschandaal, zegt ze. ’Alleen was het bij hen de Belastingdienst en bij mij de gemeente die mijn leven kapot heeft gemaakt. Ik heb eigenlijk jarenlang in shock geleefd. Soms zat ik hele dagen op de bank, als een zombie, niet in staat iets te doen.’ En nog steeds kampt ze dagelijks met de impact van alles dat er is gebeurd. ‘Ik heb er PTSS aan overgehouden, mijn reuma is verergerd. Ik slaap slecht en ik ben er heel bang en wantrouwend van geworden.’
Erkenning
En de strijd is nog niet voorbij. Inmiddels is een beleidsmedewerker van het ministerie in gesprek met haar gemeente om de terugvordering kwijt te schelden. AnneMarie wil echter kwijtschelding van al haar schulden die ze hierdoor heeft gemaakt. ‘Anders schiet ik er niks mee op.’ En een schadevergoeding – net als de gedupeerden van het toeslagenschandaal. Maar belangrijker nog dan geld, vindt ze excuses en erkenning. ‘Ik wil mijn naam gezuiverd hebben. Ik heb niet gefraudeerd, ik ben geen crimineel, ik heb niks fout gedaan.’ In al die jaren, zegt ze, is er nooit iemand geweest die sorry heeft gezegd: niet van de gemeente, niet van de politie. En dat vindt ze misschien nog wel het ergste. ‘Ik wil dat gemeente erkent dat ze fout zijn geweest, en dat de hele boel wordt teruggedraaid. Pas dan kan ik opnieuw beginnen, met een schone lei.’